Begroting 2020

Paragraaf Lokale heffingen

ALGEMEEN

Deze paragraaf geeft inzicht in diverse gemeentelijke belastingen en heffingen.

Bij gemeentelijke belastingen wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • belastingen
  • bestemmingsheffingen

Belastingopbrengsten zijn bedoeld als algemeen dekkingsmiddel, bestemmingsheffingen worden gebruikt om de kosten van een vorm van dienstverlening of voor een voorziening te dekken.

De belastingopbrengsten dekken in 2020 ongeveer 8% van de totale exploitatielasten. Inclusief de bestemmingsheffingen worden de totale exploitatielasten voor ongeveer 18% afgedekt.

BELEIDSUITGANGSPUNTEN EN ONTWIKKELINGEN

Algemeen:
Om een sluitende begroting te kunnen houden, wordt de geraamde inflatie doorberekend in de lasten en baten. De gehanteerde inflatiecorrectie in de begroting 2020 is overeenkomstig de geraamde inflatie in de meicirculaire 2019 van het gemeentefonds en bedraagt 1,5%.
Bij de bestemmingsheffingen waarvoor het beleidsuitgangspunt 100% kostendekking is, kan een andere tariefaanpassing nodig zijn.
Voor bestemmingsheffingen geldt verder dat ze soms worden vastgesteld door het rijk. Ook kan de beleidsdoelstelling van een heffing reden zijn om het tarief anders aan te passen dan de inflatie vereist.

Afvalstoffenheffing:
In de begroting zijn de ramingen voor het inzamelen van afval geactualiseerd. Op basis van deze ramingen is het nieuwe tarief voor de afvalstoffenheffing in 2020 bepaald. Diverse opbrengsten van afvalstromen zijn nog niet definitief. Dit kan ertoe leiden dat de geraamde opbrengst uit de heffing afwijkt van de werkelijke lasten voor het inzamelen van de afvalstromen. Zo nodig komen wij met voorstellen voor dit dekkingsverschil.

KOSTEN VAN HEFFING EN INVORDERING

Er zijn diverse kosten die samenhangen met het heffen en invorderen van leges en belastingen. Hieronder vallen niet alleen de directe loonkosten, maar ook alle overige kosten die hiermee samenhangen. Het gaat dan om  de kosten van heffing en invordering  van de volgende belastingen en heffingen:  onroerende-zaakbelastingen, precariobelasting, toeristenbelasting, bouwgrondbelasting, reclamebelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Verder kan 1/3 van de lasten in het kader van de wet WOZ als kostenpost voor de heffing van belastingen en heffingen worden beschouwd (betreft een gezamenlijke uitvoering, ook voor de belastingdienst en het waterschap). De kosten voor het heffen en invorderen van de gemeentelijke belastingen en heffingen worden voor 2020 geraamd op € 283.000.
De totale opbrengst van voornoemde belastingen en heffingen wordt in 2020 geraamd op € 11.897.900. De lasten voor heffing en invordering zijn daarmee 2,4% van de geraamde opbrengst.

OVERZICHT GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN HEFFINGEN

Wettelijk is bepaald welke belastingen de gemeente mag heffen. De gemeente heeft binnen dit kader de vrijheid om een bepaalde belasting of heffing wel of niet in te voeren. Ook mag de gemeente vaak de hoogte van de tarieven bepalen. Bij een aantal heffingen geldt echter een beperking. Zo mogen de leges (per onderdeel) maximaal kostendekkend zijn. Daarnaast is voor een aantal tarieven in bijzondere wetten maximum tarieven opgenomen.

Onderstaand een overzicht van de belangrijkste gemeentelijke belastingen en heffingen met de bijbehorende opbrengsten.

Opbrengsten belastingen, leges en heffingen

Werkelijk 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Belastingen:

Onroerende-zaakbelastingen

5.376.419

5.632.000

5.824.000

Bouwgrondbelasting

2.404

2.400

2.400

Reclamebelasting

55.316

62.400

64.800

Precariobelasting

96.184

92.700

96.200

Toeristenbelasting

20.406

50.500

51.300

Totaal belasting opbrengsten:

5.550.729

5.840.000

6.038.700

Leges en heffingen:

Leges titel 1 (o.a. leges burgerzaken, algemene       plaatselijke verordening)

601.100

578.800

548.000

Leges titel 2 (o.a. leges WABO en milieu)

871.627

738.400

877.900

Leges titel 3 (o.a. leges voor evenementen)

19.145

30.700

36.200

Marktgelden

21.802

25.700

26.100

Afvalstoffenheffing**

2.860.864

2.997.800

3.357.400

Rioolheffing

2.234.563

2.347.300

2.389.900

Lijkbezorgingsrechten

14.650

4.100

4.100

Totaal leges en heffingen

6.623.751

6.722.800

7.239.600

Totaal belastingen en leges en heffingen

12.174.480

12.562.800

13.278.300

Gemiddelde lastendruk per gezin in Best*

Belasting / heffing:

Begroting 2019

Begroting 2020

Lasten 2019 Onroerende-zaakbelastingen herrekend naar de gemiddelde WOZ-waarde in Best per 1-1-2019 van € 266.000*

272 

Onroerende zaakbelastingen o.b.v. een gemiddelde
WOZ-waarde in Best per 1-1-2018 van € 266.000
en een inflatiecorrectie van 1,5%*

276

Afvalstoffenheffing**

238

263

Rioolheffing

169

172

Totale lastendruk in Best

679

711

* De lasten voor 2019 zijn gebaseerd op de gepubliceerde gemiddelde WOZ waarde uit de Coelo atlas 2019. In 2020 worden de OZB-tarieven met gemiddeld 1,5% verhoogd.
**De tarieven van de afvalstoffenheffing zijn worden in 2020 met 10,6% verhoogd, in verband met het uitgangspunt van 100% kostendekking. De kostendekking staat onder druk doordat afvalstromen onvoldoende gescheiden worden aangeleverd. Hierdoor vallen de opbrengsten ervan lager uit en is een extra tariefsverhoging noodzakelijk.

Vergelijking lastendruk Best in 2019 ten opzichte van de landelijke lastendruk

Best

Gemiddeld

Laagst

Hoogst

679

726

504

1.100

* Bron: Coelo atlas 2019, pagina 73

Vergelijking lastendruk Best in 2019 ten opzichte van de gemiddelde lastendruk regionaal

Best

Eindhoven

Nuenen

Oirschot

Son en Breugel

Veldhoven

679

677

912

830

650

588

* Het is belangrijk om de lastendruk periodiek te vergelijken met de lastendruk van omliggende gemeenten.  Informatie over 2020 komt van andere gemeenten pas beschikbaar na het vaststellen van hun begrotingen. Hierdoor is een actueel vergelijk met omliggende gemeenten niet mogelijk. Om de lastendruk van onze gemeente wel te kunnen vergelijken met omliggende gemeenten, is een vergelijking gemaakt op basis van het voorgaand begrotingsjaar.

Toelichting ontwikkeling lastendruk

Uit de vergelijkingen voor 2019 blijkt dat de woonlasten in Best redelijk laag zijn. Zowel in vergelijking met de landelijke als regionale lasten. De gemeente Best staat in de landelijk ranglijst voor goedkoopste gemeente qua woonlasten voor meerpersoonshuishoudens op plaats 67 van de 372 gemeenten. Binnen de provincie Noord-Brabant is de gemeente Best de op 16 gemeenten na de goedkoopste gemeente. Er zijn dus maar 16 gemeenten in Noord-Brabant die lagere woonlasten in rekening brengen. Voor 2020 worden in Best de lasten aangepast met een inflatiecorrectie van 1,5%, met uitzondering van de afvalstoffenheffing (zie onderdeel lastendruk).

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit laat zien hoe de lastendruk zich verhoudt ten opzichte van de landelijk gemiddelde lastendruk. Dit is de lastendruk van het begrotingsjaar (2020) ten opzichte van de landelijk gemiddelde lastendruk in het voorafgaande begrotingsjaar (2019) uitgedrukt in een percentage. Belastingcapaciteit: 711/726 x100% = 97,9% (in 2019 92,6%). De stijging wordt veroorzaakt door de boventrendmatige verhoging van de afvalstoffenheffing.

TOELICHTING BELASTINGEN, LEGES EN HEFFINGEN

Onroerende-zaakbelastingen (OZB)

De OZB is voor veel gemeenten de belangrijkste inkomstenbron. Geheven wordt een eigenarenbelasting bij woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting bij niet-woningen. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de OZB is vastgelegd in de Gemeentewet.

Voor de berekening van de OZB in 2020 wordt de WOZ-waarde per waardepeildatum 1 januari 2019 gebruikt. Belastingplichtig is degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van een woning of niet-woning en/of gebruiker van een niet-woning. Het belastbaar feit is de onroerende zaak (woning of niet-woning). Het tarief wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde.

De OZB worden voor 2020 verhoogd met een inflatiepercentage van 1,5%.

De (voorlopige) tarieven voor 2020 :

Eigenaren woningen

0,0955% van de WOZ-waarde (2019: 0,0941%)

Eigenaren niet-woningen 

0,1742% van de WOZ-waarde (2019: 0,1716%)

Gebruikers niet-woningen

0,1390% van de WOZ-waarde (2019: 0,1369%)

Toelichting tarieven OZB:
Het is niet de bedoeling dat een stijging of daling van de WOZ-waarden tot hogere of lagere opbrengsten van de OZB leidt. Dit betekent dat de tarieven pas definitief worden bepaald op het moment dat de WOZ-waarden per waardepeildatum 1 januari 2019 bekend zijn. Als de WOZ-waarden stijgen, dan daalt het tarief van de OZB, omgekeerd, dalen de WOZ-waarden dan stijgt het tarief van de OZB. Totaal bezien blijft zo de totale belastingopbrengst zoals in de begroting is verwerkt, gelijk. Vanwege aanpassing van de WOZ-waarden kunnen wel individuele verschuivingen optreden tussen de huishoudens / niet woningen.

Bouwgrondbelasting

De bouwgrondbelasting (tegenwoordig 'baatbelasting') is bedoeld om de gemeentelijke kosten te dekken voor voorzieningen die door of met medewerking van de gemeente tot stand zijn gebracht. De bevoegdheid tot het heffen van de baatbelasting is vastgelegd in de Gemeentewet.
Het belastbaar feit is de onroerende zaak die baat heeft van de getroffen voorzieningen. Belastingplichtig is de eigenaar van een onroerende zaak die gebaat is bij de voorzieningen. De heffingsmaatstaf is in het geval van de bouwgrondbelasting ‘Koekoekbos’ een bedrag per vierkante meter.  Hoewel de belasting in beginsel ineens wordt geheven, wordt de belasting meestal (op verzoek) in dertig jaren geheven.

Beleid bouwgrondbelasting:
Uitgangspunt bij deze belasting is kostenverhaal. Hierbij wordt rekening gehouden met een inflatiecorrectie op het moment van het treffen van de voorzieningen.

Reclamebelasting

Vanaf 2012 wordt in het zogenaamde ‘stimuleringsgebied’ reclamebelasting geheven. Dit gebied is gelegen in het centrum van Best. De reclamebelasting is ingevoerd op verzoek van een grote meerderheid van de ondernemers in het gebied. De bevoegdheid tot het heffen van de reclamebelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. De belasting wordt opgelegd voor het hebben van een openbare aankondiging (reclame-uiting) die zichtbaar is vanaf de openbare weg. Belastingplichtig is de gebruiker van een onroerende zaak waarop en waarbij één of meer reclame-uitingen zijn aangetroffen.

De heffingsgrondslag en de tarieven zijn opgenomen in de verordening reclamebelasting 2020.

Beleid reclamebelasting:

Er is een convenant afgesloten met de Stichting Centrummanagement. Aanpassingen van het tarief worden in overleg met de Stichting Centrummanagement vastgesteld. De opbrengst van de reclamebelasting wordt, na aftrek van de door de gemeente gemaakte perceptiekosten, in de vorm van een subsidie afgedragen aan de Stichting Centrummanagement Best.

Precariobelasting

De precariobelasting is een algemene belasting die wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Bijvoorbeeld reclame-uitingen en luifels aan winkels, het plaatsen van containers, enzovoort. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de precariobelasting is vastgelegd in de Gemeentewet.

De heffingsgrondslagen en de tarieven zijn opgenomen in de tarieventabel behorende bij de verordening precariobelasting 2020.

Beleid precariobelasting:
De belasting wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. Jaarlijks vindt indexering plaats.

Toeristenbelasting

De toeristenbelasting is een algemene belasting voor overnachtingen binnen Best door niet-Bestenaren (of niet-inwoners).  Het gaat om overnachtingen in hotels , pensions en dergelijke tegen een vergoeding in welke vorm dan ook. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de toeristenbelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf. Het tarief is een vast bedrag per overnachting.

De heffingsgrondslag en het tarief zijn opgenomen in de verordening toeristenbelasting 2020.

Beleid toeristenbelasting:
De belasting wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. Jaarlijks vindt indexering plaats.

Leges en heffingen

Leges zijn vergoedingen voor diverse door de gemeente verleende diensten zoals het behandelen van vergunningsaanvragen en het verstrekken van documenten. Daarnaast gaat dit onderdeel in op de heffingen, waarvan de afvalstoffenheffing en de rioolheffing de belangrijksten zijn. De bevoegdheid tot het heffen van leges is vastgelegd in de Gemeentewet.

In dit verband worden tevens de belangrijkste heffingen behandeld, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing.

In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten is voorgeschreven dat de totale geraamde legesopbrengst per titel de totale geraamde kosten per titel niet mogen overstijgen. Daarnaast is bepaald dat inzicht gegeven moet worden in de kostentoerekening voor de leges en heffingen.

Op basis van onderstaande tabel wordt per onderdeel inzicht gegeven in de mate van kostendekking

Tabel kostentoerekening en kostendekking

Soort  leges

Taakveld

Directe toerekeningen

Indirecte toerekeningen vanuit taakveld 0.4

Totale lasten

Totale opbrengsten

Totale opbrengsten -/- totale lasten

% kosten-dekking

1. Leges

Titel 1:Leges Algemene dienstverlening

Leges burgerlijke stand

0.2

22.693

16.570

39.263

51.548

12.285

131,29%

Leges reisdocumenten

0.2

164.623

85.379

250.002

128.155

-121.847

51,26%

Leges rijbewijzen

0.2

101.364

43.529

144.893

148.009

3.116

102,15%

Leges verstrekkingen BRS

0.2

56.819

5.796

62.615

7.895

-54.720

12,61%

Leges overige publiekszaken

0.2

52.695

16.621

69.316

48.984

-20.332

70,67%

Leges APV*

2.1

135.361

113.763

249.124

38.322

-210.802

15,38%

Leges leggen kabels en leidingen

2.1

28.166

21.088

49.254

124.638

75.384

253,05%

Totaal leges titel 1:

561.721

302.746

864.467

547.551

-316.916

63,34%

Titel 2:Leges fysieke leefomgeving/omgevings-

vergunning

Vergunningverlening milieu 

8.3

40.947

31.252

72.199

12.555

-59.644

17,39%

Vergunningverlening ruimtelijke 

regelgeving

8.3

536.184

303.785

839.969

849.800

9.831

101,17%

Leges principeverzoeken (IPNI)

8.3

54.808

43.586

98.394

15.575

-82.819

15,83%

Totaal leges titel 2:

631.939

378.623

1.010.562

877.930

-132.632

86,88%

Titel 3: Leges Europese dienstenrichtlijn

Leges voor horeca, evenementen en overig

1.2

129.618

113.350

242.968

36.342

-206.626

14,96%

Totaal leges titel 3:

129.618

113.350

242.968

36.342

-206.626

14,96%

Totaal leges titel 1 t/m 3

1.323.278

794.719

2.117.997

1.461.823

-656.174

69,02%

Overige heffingen

Marktgeld

3.3

38.895

26.590

65.485

26.054

-39.431

39,79%

Lijkbezorgingsrechten

7.5

6.642

2.231

8.873

4.067

-4.806

45,84%

Afvalstoffenheffing

7.3

3.880.070

92.381

3.972.451

3.972.398

-53

100,00%

Rioolheffing

7.2

2.182.111

240.011

2.422.122

2.422.122

0

100,00%

Totaal  Overige heffingen

6.107.718

361.213

6.468.931

6.424.641

-44.290

99,32%

Totaal heffingen / leges

7.430.996

1.155.932

8.586.928

7.886.464

-700.464

91,84%

Leges

Leges kunnen om diverse redenen worden geheven. Bij de tarieven van elke legessoort vinden andere afwegingen plaats.

Beleid tarieven leges:
De volgende zaken kunnen belangrijk zijn bij de bepaling van de hoogte van tarieven:
-het verplicht uitvoeren van wettelijke taken op basis van een wettelijk tarief;
-de wens om zaken te reguleren (leges in het kader van veiligheid en de openbare orde);
-de wens om regionale tarieven te hanteren
-aanpassingen voor inflatie;
-voldoen aan de wettelijke kostendekkingsvoorschriften.

Er zijn zeer veel verschillende soorten leges. Voor zover van toepassing is / zal er worden getoetst aan bovenstaande zaken.
Omdat doelstellingen van leges kunnen verschillen, is het niet mogelijk om in deze paragraaf verder in te gaan op de tarievenbeleid van individuele leges.

Afvalstoffenheffing

De functie van de afvalstoffenheffing is het dekken van de kosten die de gemeente maakt voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. De afvalstoffenheffing is geregeld in de Wet milieubeheer. Het feit dat de gemeente verplicht is (wettelijke inzamelplicht als gevolg van artikel 10.11 van de Wet milieubeheer) om binnen het gehele gebied huisvuil in te zamelen is reden voor de heffing. Het belastbaar feit is het feitelijk gebruik van een perceel waarvoor krachtens de Wet milieubeheer - artikelen 10.21 en 10.22 een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Afvalstoffenheffing moet worden betaald als een perceel feitelijk wordt gebruikt én de gemeente hier op basis van de wet verplicht is huishoudelijk afval in te zamelen.
Het tarief is een vast bedrag per jaar.  De afvalstoffenheffing in 2020 is € 263,04 (2019: € 237,84).

Beleid tarieven afvalstoffenheffing:
Doordat de afvalstromen minder opleveren dan vooraf verwacht, zijn de tarieven in 2020 met 10,6% verhoogd. Uitgangspunt voor deze heffing is 100% kostendekking.

Rioolheffing

De functie van de rioolheffing is het dekken van de kosten verbonden aan de inzameling en het transport van afvalwater. Daarnaast worden ook lasten voor de taken op het gebied van de afvoer van hemelwater en grondwaterbeheer uit de rioolheffing gedekt.
De bevoegdheid tot het heffen van de rioolheffing is vastgelegd in de Gemeentewet.
De heffing wordt opgelegd aan gebruikers van percelen van waaruit (afval-)water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Het tarief is een vast bedrag per jaar voor elke afgevoerde hoeveelheid afvalwater van 0 ten met 500 m³ (hieronder vallen alle huishoudens). Voor de afgevoerde hoeveelheid afvalwater boven de 500 m³ geldt per categorie een trapsgewijs relatief afnemend tarief.

Het tarief voor de rioolheffing bedraagt in 2020 €171,60 (2019: € 169,08).

Beleid tarieven rioolheffing:
Uitgangspunt voor deze heffing is 100% kostendekking.

ga terug