Begroting 2020

Financieringsparagraaf

Inleiding

Deze paragraaf gaat in op de wijze waarop we met financiering omgaan in de komende periode. Onder financiering wordt verstaan het omgaan met financiële middelen (geld, leningen en beleggingen).

In landelijke wetgeving zijn hierover regels gesteld voor decentrale overheden. Gemeenten kunnen aanvullend regels opstellen voor het omgaan met financieringsmiddelen.

Het hebben van regels voor het omgaan met financiële middelen is belangrijk om:

  • duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities te garanderen;
  • financieringsmiddelen te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s, zoals renterisico's, koersrisico's, kredietrisico's en liquiditeitsrisico's;
  • kosten te minimaliseren die ontstaan als er financieringstekorten optreden;
  • renteresultaten te optimaliseren als er financieringsoverschotten zijn;
  • tijdig de betalingsverplichtingen te kunnen nakomen.

De regels die voor decentrale overheden voor het omgaan met financiële middelen gelden zijn vastgelegd in de wet Fido. Daarnaast zijn er lokale regels voor het omgaan met financiële middelen. Deze zijn vastgelegd in het Financieringsstatuut 2016.

Hieronder wordt eerst ingegaan op de externe (niet lokaal beïnvloedbare) ontwikkelingen. Vervolgens wordt aan de hand van diverse lokale omstandigheden en ontwikkelingen ingegaan op onze financieringssituatie.

Ontwikkelingen financiering

Factoren waarop wij geen invloed hebben als decentrale overheid zijn de landelijke wet- en regelgeving en de renteontwikkeling. Er worden geen wijzigingen verwacht in de landelijke wet- en regelgeving. Op basis van de geldende wetgeving zijn decentrale overheden verplicht op een rentevisie te hebben. Deze visie is vooral bedoeld om toekomstige financieringsbeslissingen op te kunnen baseren en daarop te kunnen toetsen achteraf. Hieronder is de renteontwikkeling en de rentevisie vanaf september 2019 opgenomen.

Rentevisie

Het hebben van een goed inzicht in de renteontwikkeling, vergemakkelijkt het maken van keuzes bij het nemen van financieringsbeslissingen. Daarom zijn gemeenten verplicht om een rentevisie te hebben.

Hieronder is de actuele rentevisie per september 2019 grafisch weergegeven. Om de ontwikkeling te kunnen volgen is ook de werkelijke ontwikkeling van de rente opgenomen vanaf 2012.  De toekomstverwachtingen zijn gebaseerd op de gemiddelde verwachtingen van banken.
(bron gemiddelde renteverwachtingen: Thésor rentenotitie augustus 2019).

Conclusie rentevisie en renteontwikkeling:

Sprake is van een bijzondere rentesituatie voor zowel de korte als de lange rente. Een negatieve rente betekent dat we bij het lenen van geld, rente ontvangen. Als we bijvoorbeeld € 1 miljoen lenen hoeven we na 3 maanden minder dan € 1 miljoen af te lossen.

Voor overschotten (sparen) is bij een negatieve rente de omgekeerde situatie van toepassing. Bij een negatieve rente krijgen we na afloop van de spaarperiode minder terug dan de inleg. Tot dusverre hebben de banken nog geen negatieve rente op onze tegoeden doorberekend.

Onder 'Liquiditeitsprognose' wordt ingegaan op de gevolgen van de actuele renteontwikkeling voor onze financiële positie.

Renteresultaat

Onderstaande tabel geeft inzicht in het renteresultaat (-/- = nadeel):

Omschrijving:

2020

2021

2022

2023

a. Rentelasten aangetrokken financieringen

-70

0

0

0

b. Raming rentelasten toekomstige financieringsbehoefte

0

0

0

0

c. Renteopbrengst verstrekte financieringen

308.724

225.418

136.725

42.296

Voordelig rentesaldo financieringen

308.654

225.418

136.725

42.296

d1: Rentebaten vanuit grondexploitaties

0

0

0

0

d2: Rentebaten vanuit projectfinancieringen (Grex Molenstraat)

422

0

0

0

d3: Correctie rentebaten van doorverstrekkingen

0

0

0

0

Voordelig rentesaldo na directe toerekeningen

309.076

225.418

136.725

42.296

e1: -/- rente over eigen vermogen

0

0

0

0

e2: -/- rente over voorzieningen

0

0

0

0

Voordelig rentesaldo

309.076

225.418

136.125

42.296

f. toegerekende rente aan taakvelden (via renteomslag)

0

0

0

0

Voordelig renteresultaat 

309.076

225.418

136.125

42.296

Toelichting tabel:
Er wordt jaarlijks een voordelig renteresultaat verwacht. Het renteresultaat loopt terug vanwege de volledige aflossing van leningen die aan 'Thuis zijn verstrekt Een voordelig renteresultaat wordt als algemeen dekkingsmiddel verwerkt in de raming van baten en lasten onder het resultaatgebied 11.1 Financiering en algemene dekkingsmiddelen.

Overzicht verstrekte en opgenomen leningen

Het overzicht verstrekte en opgenomen leningen kan worden onderverdeeld in 3 hoofdrubrieken:

  1. Verstrekte leningen

Het betreft:
- leningen aan een woningcorporatie, boekwaarde per 1 januari 2020 is € 4,04 miljoen, rendement 6,5% per jaar;  
- leningen in het kader van de publieke taak, boekwaarde per 1 januari 2020 € 0,7 miljoen, gemiddeld rendement 3,2% per jaar;
- startersleningen, boekwaarde per 1-1-2020 € 1,4 miljoen , gemiddeld rendement 1,6% per jaar;
- duurzaamheidslening "De Groene Zone",boekwaarde per 1-1-2020 € 1,7 miljoen, rendement 1,35% per jaar over de boekwaarde.

  1. Opgenomen leningen;

-  lening Molenstraat (GREX), boekwaarde per 1 januari 2020 € 28.000. Rente 1,5%.

  1. Financiële middelen met een korte rentevastperiode: ≤ 1 jaar:  

Per 2 september  2019 was ons financieringsoverschot in de schatkist € 6,3 miljoen. Daarnaast bedroeg het saldo op de rekening courant bij de BNG bank N.V. € 0,4 miljoen. Totaal was het tijdelijk overschot per 2 september 2019 € 6,7 miljoen. De overheid vergoedt momenteel geen rente op het saldo in de schatkist.

Renterisicobeheersing

Renterisico’s worden onder meer beperkt door:

  • te beslissen op basis van een actuele liquiditeitsprognose;
  • het hanteren van een actuele rentevisie;
  • te toetsen aan de kasgeldlimiet, ter beheersing van renterisico's op korte schulden;
  • te toetsen aan de renterisiconorm, ter beheersing van renterisico's op lange schulden;
  • het opvragen van meerdere offertes.

Liquiditeitsprognose

In een liquiditeitsprognose worden binnenkomende en uitgaande geldstromen in de tijd uitgezet.  Met behulp van een actueel en kwalitatief goed inzicht in het verloop van de geldstromen, kunnen de rentelasten worden beperkt en de rentebaten worden gemaximaliseerd.
De kaders waarbinnen dit kan zijn aangegeven in de wet Fido en in het Financieringsstatuut 2016.  In een liquiditeitsprognose worden alle ontvangsten en uitgaven over een meerjarige periode verwerkt. Zo ontstaat een beeld wanneer er financiële tekorten en overschotten ontstaan. Ook kan dan worden ingeschat hoe lang geld kan worden uitgezet in de schatkist of hoe lang een tekort moet worden afgedekt via een lening.
Hieronder is op basis van de actuele begroting een prognose opgenomen voor de verwachte financieringsoverschotten en -tekorten:

                                     -/- = financieringstekort

Prognose per  (x € 1.000):

1-7-2020

1-7-2021

1-7-2022

1-7-2023

Saldo financieringsoverschotten ( x € 1.000)

-/- 5.469

-/- 6.969

494

13.682

Conclusie:
Op basis van de actuele begroting (september 2019) wordt tot 2022 een financieringstekort verwacht. Het is niet waarschijnlijk dat een lening moet worden aangetrokken om het verwachte financieringstekort af te dekken. Dit komt omdat de ervaring leert dat het werkelijk saldo financieringsoverschotten meestal gunstiger is geraamd. Dit heeft te maken met gewijzigde of vertraagde planvorming.

De rentevergoeding op financieringsoverschotten wordt vooralsnog geraamd op 0%.  Er wordt in deze begroting vanuit gegaan dat geen rente wordt betaald op onze financieringsoverschotten. Zie voor een toelichting op de verwachte renteontwikkeling het onderwerp 'rentevisie'.

Renterisicobeheersing voor de korte termijn: de kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet stelt een limiet aan het bedrag dat een gemeente aan leningen met een kortlopende rente (< 1 jaar) mag hebben. Bij een overschrijding van deze limiet van meer dan twee kwartalen, moeten leningen boven de limiet omgezet worden naar leningen met een langlopende rente (> 1 jaar). Leningen met een kortlopende rente hebben het kenmerk dat de rente relatief vaak opnieuw wordt vastgesteld. Elk renteherzieningsmoment is een risico, omdat de rente op de herzieningsmomenten hoger kan zijn. Door een lening met een kortlopende rente  om te zetten naar een lening met een langlopende rente wordt het aantal renteherzieningsmomenten beperkt. Hierdoor wordt minder renterisico op de leningen gelopen.

De kasgeldlimiet is afhankelijk van het begrotingstotaal en het percentage dat door de landelijke overheid is vastgesteld. Het percentage is op dit moment 8,5% van het begrotingstotaal. Decentrale overheden zijn verplicht om de kasgeldlimiet aan de provincie te rapporteren.
Berekening kasgeldlimiet:
Begrotingstotaal 2020 (afgerond)   €75.000.000
Percentage kasgeldlimiet                   8,5%
Renterisiconorm                                     €   6.375.000

Conclusie:
Bij het aantrekken van financieringsmiddelen wordt getoetst aan de kasgeldlimiet. Hiermee worden renterisico's op de kortlopende financieringsmiddelen beperkt. Verwacht wordt dat de toegestane kasgeldlimiet in 2020 niet wordt overschreden.

Renterisicobeheersing voor de lange termijn: de renterisiconorm

Renterisico's ontstaan bij het opnieuw vastzetten van de rente (herfinanciering en/of het afspreken van een nieuwe rentevastperiode). Ter beheersing van dit risico heeft de wetgever bepaald dat in een jaar voor maximaal 20% van het begrotingstotaal de rente opnieuw kan worden vastgesteld. Doordat in een jaar maximaal 20% mag worden geherfinancierd, ontwikkelt de totale rentelast zich gelijkmatiger en worden schokken in de exploitatie voorkomen.

Decentrale overheden zijn verplicht op basis van deze renterisiconorm te rapporteren aan de provincie op basis van onderstaand model:

Modelstaat B: beheersing renterisico's op langlopende leningen
Bedragen x € 1.000

Stap

Variabelen berekening norm

2020

2021

2022

2023

1

Renteherzieningen op vaste schuld

0

0

0

0

2a

Aflossingen bestaande portefeuille

28

0

0

0

2b

Aflossingen nieuwe portefeuille

0

0

0

0

3 (1+2)

Renterisico

28

0

0

0

4

Renterisiconorm

14.972

15.000

15.000

15.000

5 (4-3)

Ruimte onder renterisiconorm

15.000

15.000

15.000

15.000

Berekening renterisiconorm:

Begrotingstotaal 2020 (afgerond)

75.000.000

Te hanteren % uitvoeringsregeling

20%

Renterisiconorm

15.000.000

Conclusie:

Omdat er geen langlopende leningen zijn opgenomen, is de jaarlijkse ruimte om langlopende leningen af te sluiten gelijk aan de renterisiconorm. Hierdoor hebben we maximale keuzevrijheid in de looptijd bij het afsluiten van nieuwe leningen. Op basis van de actuele begroting wordt niet verwacht dat in de komende jaren een langlopende lening moet worden aangetrokken.

Koersrisicobeheersing

Koersrisico’s worden uitgesloten door alleen transacties te verrichten waarbij de oorspronkelijke inleg gegarandeerd is en uitsluitend transacties te verrichten in de valuta Euro (€).

Conclusie:

Er wordt geen koersrisico gelopen.

Kredietrisicobeheersing

Nederland wordt door de erkende ratingagency’s S&P, Moody's en Fitch qua kredietwaardigheid beoordeeld met een AAA rating. Dit is de hoogst mogelijke kredietwaardigheid.

Conclusie:

Het risico op het verlies van liquide middelen is gering.

ga terug