Begroting 2020

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Deze paragraaf geeft informatie over de mate waarin de gemeente in staat is financiële tegenvallers op te vangen.
In het ‘Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten’ is aangegeven dat het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle niet-kwantificeerbare risico's.

  • De (beschikbare) weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken of om niet voorziene daling van inkomsten te compenseren.
  • Niet gekwantificeerde risico's zijn gebeurtenissen waaraan geen bestuurskeuze ten grondslag ligt en waarvoor geen voorzieningen of bestemmingsreserves zijn gevormd. Deze kunnen van materiële betekenis zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie.

In deze paragraaf zijn opgenomen:

  • de vermogenspositie
  • de kengetallen van de financiële positie
  • de beschikbare weerstandscapaciteit
  • de risicoanalyse
  • de ratio weerstandsvermogen

Het is de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad dat de begroting in continuïteit sluitend is. Een precies sluitende begroting zonder weerstandsvermogen betekent echter dat er geen ruimte is voor tegenvallers. Hierdoor kan de uitvoering van de programma’s in gevaar komen. Een financiële buffer is daarom noodzakelijk. Hoe groot die buffer moet zijn hangt af van het risicoprofiel van de gemeente. Factoren die hierbij een rol spelen (onder andere): sociale structuur, groeipotenties en interne bedrijfsvoering.

Vermogenspositie

Om een inzicht te geven in de vermogenspositie van de gemeente zijn hieronder de verwachte balans voor 2020 en de meerjarenraming 2021-2023 weergegeven.

Balans gebaseerd op begroting 2020 en meerjarenraming 2021-2023 (bedragen x € 1.000)

ACTIVA

1-1-2020

1-1-2021

1-1-2022

1-1-2023

1-1-2024

Vaste activa

Immateriële vaste activa

0

0

0

0

0

Materiële vaste activa

53.501

53.992

52.303

49.833

47.192

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen

77

77

77

77

77

Leningen aan woningbouwcorporaties

4.045

2.780

1.434

0

0

Overige langlopende geldleningen

3.802

3.483

3.212

2.941

2.668

Uitzettingen met een looptijd > 1 jr

177

0

0

0

0

Totaal vaste activa

61.602

60.332

57.026

52.851

49.937

Vlottende activa

Voorraden:

Onderhanden werk (BIE)

41.349

42.548

37.527

28.348

22.353

Uitzettingen looptijd < 1 jaar

0

0

494

13.682

22.862

- idem, raming deb/vorderingen

6.500

6.500

6.500

6.500

6.500

Liquide middelen

400

400

400

400

400

Overlopende activa

100

100

100

100

100

Totaal vlottende activa

48.349

49.548

45.021

49.030

52.215

Totaal activa

109.951

109.880

102.047

101.881

102.152

PASSIVA

1-1-2020

1-1-2021

1-1-2022

1-1-2023

1-1-2024

Vaste passiva

Eigen vermogen

Algemene reserves

22.168

19.508

18.420

18.368

18.370

Bestemmingsreserves

34.522

32.300

30.206

28.762

27.641

Dekkingsreserves

27.400

30.400

32.365

32.748

33.022

Resultaat

Totaal eigen vermogen

84.090

82.208

80.991

79.878

79.033

Voorzieningen

13.364

13.703

14.056

15.003

16.119

Vaste schulden (looptijd > 1 jaar)

28

0

0

0

0

Totaal vaste passiva

97.482

95.911

95.047

94.881

95.152

Vlottende passiva

Netto vlottende schulden (looptijd < 1 jr)

5.469

6.969

0

0

0

- idem, raming cred/nog te betalen

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

Overlopende passiva

4.000

4.000

4.000

4.000

4.000

Totaal vlottende passiva

12.469

13.969

7.000

7.000

7.000

Totaal passiva

109.951

109.880

102.047

101.881

102.152

Kengetallen financiële positie

Rekening 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Netto schuldquote

-6,2%

9,8%

9,3%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

-17,4%

-2,1%

0,9%

Solvabiliteitsratio

79,2%

77,8%

74,8%

Structurele exploitatieruimte

1,8%

1,7%

2,0%

Grondexploitatie

25,1%

69,6%

57,0%

Belastingcapaciteit

91,3%

92,6%

97,9%

Toelichting gehanteerde kengetallen

  • Netto schuldquote (%):
    biedt inzicht in het niveau van de schulden ten opzichte van de eigen middelen. Hoe lager het percentage is, hoe gunstiger de financiële positie.  Het percentage van 9,3% betekent dat er nagenoeg geen schuld is.
  • Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen (%):
    wordt berekend overeenkomstig de netto schuldquote, vermeerderd met leningen aan openbare lichamen, woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden partijen. Dit kengetal houdt ook rekening met de risico's die gelopen worden bij voornoemde partijen. Hoe lager het percentage is, hoe gunstiger de financiële positie . Het percentage van 0,9% betekent dat er, inclusief de correctie voor de verstrekte leningen per saldo nagenoeg geen schuld is.
  • Solvabiliteitsratio (%):
    geeft inzicht in hoeverre we in staat zijn om aan de financiële verplichtingen op lange termijn te voldoen. Berekend is het eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen. Hoe hoger het percentage, hoe beter  we in staat zijn om aan onze toekomstige financiële verplichtingen te voldoen. Anders gesteld: hoe hoger ons eigen vermogen is ten opzichte van het totale vermogen, hoe beter we in staat zijn om onze verplichtingen op de lange termijn na te komen. Met een solvabiliteitsratio van 74,8% zijn wij in de toekomst in staat om aan onze financiële verplichtingen te voldoen.
  • Structurele exploitatieruimte (%):
    dit kengetal berekent de structurele baten minus lasten, gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves gedeeld door de totale baten gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves uitgedrukt in een percentage. Hoe hoger het percentage hoe meer ruimte er is voor structurele uitgaven. In financieel opzicht moet ernaar worden gestreefd om structurele lasten zoveel mogelijk af te dekken door structurele baten. Het percentage is > 0%. Dit betekent dat sprake is van een gezonde balans tussen de structurele uitgaven en de structurele baten.
  • Grondexploitatie (%):
    geeft de verhouding weer tussen de waarde van gronden ten opzichte van de totale baten exclusief mutaties in de reserves. Investeringen in grondexploitaties worden verwerkt in de waarde van de gronden en verhogen onze risico's (en verhogen de waarde van het kengetal). Gerealiseerde verkoopopbrengsten verlagen de waarde van de gronden (en verlagen de waarde van het kengetal). Best heeft op dit moment relatief veel bouwgronden in exploitatie.
  • Belastingcapaciteit (%):
    vergelijkt de lokale lastendruk van een meerpersoonshuishouden in Best met gemiddelde WOZ-waarde voor OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing met de gemiddelde landelijke lastendruk voor een meerpersoons huishouden met gemiddelde WOZ-waarde voor ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Een percentage van 97,9% betekent dat de lokale lastendruk lager is dan de landelijk gemiddelde lastendruk.

De berekende kengetallen zijn op basis van normen van het Rijk in te delen in 3 categorieën:

  • categorie A: minst risicovol
  • categorie B: gemiddeld risicovol
  • categorie C: meest risicovol

In onderstaande tabel worden de kengetallen van Best naast de normen van het Rijk gezet en voorzien van een kwalificatie:

Categorie A

Categorie B

Categorie C

Kengetal begroting 2020

Kwalificatie Best

Netto schuldquote                       

< 90%

tussen 90% en 130%

> 130%

9,3%

A

Netto schuldquote gecorrigeerd 

< 90%

tussen 90% en 130%

> 130%

0,9%

A

Solvabiliteitsratio

> 50%

tussen 20% en 50%

< 20%

74,8%

A

Structurele exploitatieruimte

> 0%

0%

< 0%

2,0%

A

Grondexploitatie

< 20%

tussen 20% en 35%

> 35%

57,0%

C

Belastingcapaciteit

< 95%

tussen 95% en 105%

> 105%

97,9%

B

Kengetallen financiële positie meerjarenraming 2021-2023

Meerjarenraming
2021

Meerjarenraming
2022

Meerjarenraming
2023

Netto schuldquote

-0,6%

-17,3%

-29,7%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

-6,0%

-21,1%

-33,2%

Solvabiliteitsratio

79,4%

78,4%

77,4%

Structurele exploitatieruimte

0,2%

0,1%

0,4%

Grondexploitatie

43,6%

35,9%

29,1%

Belastingcapaciteit

97,9%

97,9%

97,9%

Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente is als volgt opgebouwd:

  • onbenutte belastingcapaciteit onroerende-zaakbelastingen (OZB)
  • budget voor het doen van onvoorziene uitgaven
  • vrije algemene reserve
  • stille reserves: het verschil tussen de actuele liquidatiewaarde en de boekwaarde van activa (gemeentelijke eigendommen).

In de onderstaande tabel is de beschikbare weerstandscapaciteit weergegeven:

Weerstandscapaciteit

Bedrag x € 1.000

Jaarlijkse exploitatie :

Onbenutte belastingcapaciteit OZB
Stelpost voor onvoorziene uitgaven

  3.705
      49

Totaal weerstandscapaciteit in de jaarlijkse exploitatie

  3.754

Vermogenssfeer per 1 januari 2020:
Vrije algemene reserve
Stille reserves

   22.168
  1.907

Totaal weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer

  24.075

Voor het afdekken van risico's gebruiken wij alleen de weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer. De ontwikkeling van deze capaciteit staat in grafiek 2.

Toelichting

Onbenutte belastingcapaciteit onroerende-zaakbelastingen (OZB)

Voor de OZB wordt door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de zogenaamde artikel 12-norm gehanteerd. Dit is het OZB-tarief dat een gemeente minimaal moet hanteren om in aanmerking te komen voor een artikel 12-uitkering. In de meicirculaire 2019 wordt hiervoor een normpercentage van 0,1853% van de WOZ-waarde aangegeven. De onbenutte belastingcapaciteit OZB betreft het verschil tussen het in de gemeente geldende tarief en het normtarief voor artikel 12-gemeenten.

Onvoorzien

Het budget voor onvoorziene uitgaven wordt jaarlijks geïndexeerd en is in 2020 € 49.405. In de Financiële verordening 2017 zijn de volgende voorwaarden verbonden aan het doen van uitgaven ten laste van dit budget: Uitgaven kunnen uitsluitend gedaan worden als sprake is van een incidentele uitgave en die niet vooraf te voorzien is. Ook moet de uitgave op grond van een wet, een overeenkomst of een ander zwaarwegend belang onontkoombaar zijn.

Vrije algemene reserve

De vrije algemene reserve is een reserve waarvoor de gemeenteraad nog geen besteding heeft vastgelegd. Deze is niet bestemd voor dekking van bepaalde risico's of verplichtingen. Het saldo van deze reserve bedroeg per 1 januari 2019 € 23.209.554. Het saldo van de vrije algemene reserve wordt per 1 januari 2020 geraamd op € 22.168.174. Voor een overzicht van de belangrijkste mutaties wordt verwezen naar het overzicht van het geraamde resultaat en mutaties in de reserves.

Stille reserves

Er is sprake van een stille reserve wanneer de actuele liquidatiewaarde van een gemeentelijk eigendom hoger is dan de boekwaarde. Het gaat hierbij om alle gemeentelijke eigendommen die niet voor de openbare dienst bestemd zijn.
Voorbeelden hiervan zijn:

  • landbouwgronden, die (nog) niet in bouwgrondexploitaties zijn opgenomen
  • gebouwen, waaronder woningen

FINANCIELE RISICOANALYSE

Ambities kunnen niet gerealiseerd worden zonder risico’s te nemen. Het is belangrijk dat de gemeenteraad de financiële risico’s kent en hierop stuurt. Per 1 oktober 2019 is een nieuwe risicoanalyse uitgevoerd. Hieronder vindt u de resultaten.

In hoeverre kan onze organisatie financiële tegenvallers opvangen?
Uit de risico analyse blijkt dat onze organisatie uitstekend in staat is om niet begrote financiële tegenvallers op te vangen.

Of we financiële tegenvallers kunnen opvangen hangt af van twee factoren:

  • de risico’s die de gemeente loopt,
  • de middelen die de gemeente vrij kan maken om risico’s op te vangen

Hieronder lichten we deze twee factoren toe.

Welke financiële risico’s loopt onze gemeente?
Hieronder staan de belangrijkste financiële risicogebieden benoemd:

  1. Grondexploitaties
  2. Sociaal domein
  3. Juridische geschillen
  4. Vastgoed
  5. Verstrekte en gewaarborgde geldleningen
  6. Werkloosheidsuitkeringen, wachtgeldverplichtingen personeel
  7. Milieu
  8. Gemeenschappelijke regelingen
  9. Aansprakelijkheid en schadevergoedingen
  10. Overtreding wet en regelgeving
  11. Informatievoorziening ten behoeve van de bedrijfsvoering
  12. Uitkering gemeentefonds
  13. Boekwaarden gronden (niet zijnde grondexploitaties)

Welke financiële risico’s zijn veranderd?
Hieronder vindt u de wijzigingen in de risico's per 1 oktober 2019 ten opzichte van de laatste analyse per 1 april 2019.

Risicogebieden

  • Grondexploitaties

  We hebben voor de grondexploitaties € 15,7 miljoen nodig als buffer om risico’s op te vangen en dit bedrag is reeds gereserveerd. In de    analyse is nog geen rekening gehouden met de risico's van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) en de risico's bij de bestemmingsplan-   procedure voor Aarlesche Erven en de mogelijke gevolgen hiervan.

  • Sociaal domein

Inwoners kunnen bij ons terecht voor:

  • uitkeringen;
  • zorgvoorzieningen voor jeugdigen;
  • voorzieningen en ondersteuning zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen of meer mogelijkheden hebben om aan het sociale leven mee te doen.

  We hebben voor het sociaal domein € 800.000 nodig als buffer om risico’s op te vangen. We hebben hier nu € 845.000 voor gereserveerd (risicoreserve Sociaal domein, dit bedrag is ook bedoeld om de transformatie verder vorm te geven). Dit houdt in dat we voldoende hebben gereserveerd om alle gecalculeerde risico’s in het sociaal domein op te vangen.

  • Vastgoed

Op het gebied van Vastgoed lopen we verschillende risico’s zoals bijvoorbeeld leegstand en waardevermindering. Het totale risicobedrag voor vastgoed is € 3.000.000 met een gewogen risicokans van 29%. Bij de vorige risico analyse was dit € 3.200.000 resp. 28%. Dit verschil wordt veroorzaakt door een fluctuatie in de begrote huuropbrengsten.

  • Milieu

Milieu heeft een totaal risicobedrag van € 390.000 met een gewogen risicokans van 38%. Bij de vorige analyse was dit nog € 340.000 resp. 17%. De wijzigingen komen door toevoeging van risico’s als gevolg van klimaatdoelstellingen en door een geschil met Attero Huishoudelijk Restafval over de aanlevering van restafval over de periode 2015, 2016 en 2017.

  • Informatievoorziening ten behoeve van de bedrijfsvoering

De kans op verstoringen in de bedrijfsvoering door bijv. brand en cybercriminaliteit is aanwezig. Afhankelijk van de oorzaak en de omvang kan de gevolgschade variëren. Deze is nu ingeschat op €420.000 (was €860.000) met een risicokans van 8% (was 4%).

  • Verstrekte en gewaarborgde geldleningen

Dit onderdeel heeft een totaal risicobedrag van € 5.300.000 met een gewogen risicokans van 12%. Bij de vorige analyse was dit nog € 5.000.000 resp. 10%.

  • Gemeenschappelijke regelingen

Ontwikkelingen binnen de gemeenschappelijke regelingen hebben geleid tot een nieuwe inschatting. Het risicobedrag wordt nu ingeschat op € 390.000 (was € 350.000) met een risicokans van 14% (was 10%).

De overige risicogebieden zijn niet gewijzigd.

Wat is de nieuwe risico inschatting?

De grootste financiële risico’s zitten in de grondexploitaties en het sociaal domein. We hebben op deze terreinen voldoende gereserveerd als buffer om onvoorziene risico’s op te vangen. Daarom staan deze twee risicogebieden niet in onderstaande tabel. Voor de overige risicogebieden gebruiken we de vrije algemene reserve als buffer.

Tabel 1: financiële risico’s

Risico

Gevolgen

Kans

Financieel gevolg

Invloed

Juridische geschillen

Extra lasten; niet begroot

50%

3.000.000

41.96%

Vastgoed

Extra lasten; niet begroot

29%

3.000.000

24.08%

Verstrekte en gewaarborgde geldleningen

Verstrekken van renteloze geldleningen en betaling van borgstellingen

12%

5.300.000

17.80%

Werkloosheidsuitkeringen, wachtgeldverplichtingen personeel

Lasten van werkloosheidsuitkeringen, wachtgelden en loondoorbetalingen

50%

400.000

5.58%

Milieu

Extra lasten; niet begroot

38%

390.000

4.30%

Aansprakelijkheid en schadevergoedingen

Extra lasten in verband met schadevergoedingen en eigen risico’s, niet begroot

90%

      50.000

1.77%

Gemeenschappelijke regelingen (GR)

Hoger lasten door hogere bijdrage(n) aan exploitatie van GR'en

14%

390.000

1.55%

Overtreding wet- en regelgeving

Extra lasten als gevolg van een boete

5%

 850.000

1.18%

Informatievoorziening ten behoeve van de bedrijfsvoering

de kans op het stilvallen van de bedrijfsvoering  of gevolgschade hiervan

8%

420.000

0.95%

Uitkering gemeentefonds (inwonersgroei en woningbouw)

Structureel lagere algemene uitkering uit het gemeentefonds en lagere opbrengsten van bouwleges en lokale heffingen

30%

100.000

0.84%

[1]
Met bovenstaande risicoschatting hebben we € 3.997.000 nodig om financiële tegenvallers op te vangen. We hebben € 24.075.000 beschikbaar. Onze organisatie is dus prima in staat om niet begrote financiële tegenvallers op te vangen. Ten opzichte van de vorige risicoanalyse (€ 3.860.000) hebben we nu meer geld nodig om tegenvallers op te vangen. Dit komt vooral doordat het risicobedrag en/of de risicokans op een aantal risicogebieden is gestegen. (oa milieu, verstrekte & gewaarborgde geldleningen en gemeenschappelijke regelingen) Hieronder staat bovenstaande informatie in cijfers en grafieken weergegeven.

Welke middelen zijn beschikbaar?
Tabel 2: Beschikbare weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer per 01-01-2020

Weerstand

Huidige capaciteit

Vrije algemene reserve 2

€ 22.168.000

Stille reserves

€ 1.907.000  

Totale weerstandscapaciteit

€ 24.075.000

Ratio weerstandsvermogen =

 beschikbare weerstandscapaciteit

€ 24.075.000

 = 6,0

  benodigde weerstandscapaciteit

€ 3.997.000

1. Het risicogebied boekwaarden gronden valt bij deze nieuwe analyse niet meer in de top 10 aan risico’s.
2. Aangezien besluitvorming over de lichte stijging van de benodigde bestemmingsreserve grondexploitaties nog niet formeel is goedgekeurd door de gemeenteraad, is dit bedrag nog niet onttrokken aan de vrije algemene reserve zoals hierboven weergegeven. Indien deze onttrekking uit de vrije algemene reserve wel meegenomen zou zijn in de berekening, blijft het ratio weerstandsvermogen gelijk, namelijk 6,0.

Grafiek 1 Ratio weerstandsvermogen

Grafiek 2 geeft een weergave van de ontwikkeling van de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit sinds 2014.

Tabel 3: Weerstandsnorm

Waarderingscijfer

Ratio

Betekenis

A

>2.0

uitstekend

B

1.4-2.0

ruim voldoende

C

1.0-1.4

voldoende

D

0.8-1.0

matig

E

0.6-0.8

onvoldoende

F

<0.6

ruim onvoldoende

Het ratio van onze gemeente valt in klasse A. Dit duidt op een uitstekend weerstandsvermogen.

[1]  De risicogebieden uitkering gemeentefonds en boekwaarden gronden vallen bij deze nieuwe analyse niet meer in de top 10 aan risico’s.

ga terug