Financiën
Wat mag het kosten?
Baten, lasten en mutaties reserves
bedragen x € 1.000 | |||||||
5.1 - Onderwijs | Realisatie 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | |
Lasten | 1.323 | 2.849 | 1.699 | 1.760 | 1.747 | 1.733 | |
Baten | 726 | 1.925 | 715 | 696 | 677 | 658 | |
Saldo baten en lasten | 597 | 925 | 984 | 1.064 | 1.070 | 1.075 | |
Stortingen in de reserves | 0 | 1.255 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdragen uit de reserves | 262 | 1.375 | 258 | 258 | 331 | 331 | |
Resultaat | 335 | 805 | 726 | 806 | 739 | 744 |
Welke verschillen zijn er ten opzichte van voorgaand jaar?
In het resultaatgebied 5.1 Onderwijs zijn de lasten € 1.150.000 lager.
De belangrijkste verschillen zijn:
- Hogere lasten onderwijsachterstandenbeleid omdat er meer geld vanuit het Rijk wordt ontvangen (€ 26.000 nadelig).
- Hogere toegerekende loonkosten (€ 38.000 nadelig).
In het resultaatgebied 5.1 Onderwijs zijn de baten € 1.210.000 lager.
- Hogere rijksbijdrage voor onderwijsachterstandenbeleid (€ 26.000 voordelig).