Financiën
Wat mag het kosten?
Baten, lasten en mutaties reserves
bedragen x € 1.000 | |||||||
3.2 - Openbare ruimte | Realisatie 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | |
Lasten | 2.905 | 3.074 | 3.394 | 3.466 | 3.427 | 3.590 | |
Baten | 386 | 406 | 405 | 412 | 419 | 426 | |
Saldo baten en lasten | 2.519 | 2.668 | 2.989 | 3.054 | 3.008 | 3.164 | |
Stortingen in de reserves | 630 | 740 | 2.818 | 1.472 | 1.280 | 1.996 | |
Bijdragen uit de reserves | 31 | 346 | 2.430 | 1.070 | 865 | 1.565 | |
Resultaat | 3.119 | 3.062 | 3.377 | 3.455 | 3.423 | 3.594 |
Welke verschillen zijn er ten opzichte van voorgaand jaar?
In het resultaatgebied 3.2 Openbare ruimte zijn de lasten € 320.000 hoger.
De belangrijkste verschillen zijn:
- Hogere onderhoudslasten van de openbare ruimte als gevolg van stijgende prijzen (€ 200.000 nadelig).
- Hogere kapitaallasten (€ 31.000 nadelig).
- In 2020 wordt het WSD dividend niet ingezet (€ 80.000 nadelig).
- Besparing op elektriciteit als gevolg van LED verlichting in de openbare ruimte (€ 50.000 voordelig).
In het resultaatgebied 3.2 Openbare ruimte zijn geen noemenswaardige verschillen in de baten.